Nederland staat er internationaal bekend om, met de veiling in Aalsmeer en de tulpenbollen die overal te krijgen zijn: de bloemenbusiness. Drie ondernemers vertellen hoe zij met hun werk het leven kleur geven.
‘Ik denk dat de belangstelling voor kunstbloemen groter wordt doordat het oubollige imago verandert’
Journalist: Ella Santhagens.
Fotografie: Malou van Breevoort voor het FD.
‘Op het moment dat mijn man en ik trouwden, in 2017, stonden wij onder een heel mooie, kleurrijke bloemenboog met hortensia’s, rozen en ridderspoor. Ik ben altijd gek geweest op bloemen, dus naast die bloemenboog stonden overal plukboeketten. Het was een geweldige dag, maar 24 uur later moesten we al die bloemen weggooien. Ik vond dat zó ontzettend zonde. Dat zette me aan het denken: hier moet toch een duurzaam alternatief voor zijn?’
‘Ik ben me toen gaan verdiepen in kunstbloemen. Algauw zag ik dat er grote verschillen zijn in kwaliteit en prijs. Bij sommige zie je meteen dat ze nep zijn. Daarvan zijn de stengels bijvoorbeeld felgroen, of er zitten overduidelijk lijmresten onder de bloemblaadjes. Terwijl je bij andere juist nauwelijks het verschil ziet met echte bloemen.’
‘Destijds werkte ik als marketeer in de media, dus ik had verstand van abonnementen en een mediamerk in de markt zetten. Ik had al langere tijd het gevoel dat ik mensen wilde aansporen om duurzamere keuzes te maken en dat ik wilde bijdragen aan een circulaire economie.
Daardoor ben ik op het idee gekomen om een abonnement aan te bieden op vazen met boeketten kunstbloemen. Waarom die abonnementsvorm? Omdat het maar saai is als je altijd tegen dezelfde bos bloemen aan kijkt. Als je elke keer een ander boeket inclusief vaas kunt uitkiezen, is dat opgelost.’
Oubollig imago
‘Van mijn spaargeld kocht ik voor 5000 euro aan kunstbloemen. Daarna richtte ik Reflower op, een duurzamebloemenbibliotheek. Ik dacht: als het niet lukt om klanten te vinden, dan zet ik die bloemen wel op Marktplaats en ga ik weer iets anders doen.
Toen ik zag dat er interesse voor was, dacht ik dat ik makkelijk duizend abonnementen kon halen. Dat viel best tegen. Hoewel het aantal toeneemt, gaat het nog niet zo hard als ik had verwacht. Na vier jaar zit ik net boven de vijfhonderd klanten. Dat zijn vaste abonnees, particulieren en zakelijke klanten. Maar we leveren ook vaak eenmalig aan cateraars en evenementen. Zo hebben we boeketten gemaakt voor Paleis Soestdijk.’
‘Ook al had ik gehoopt op meer leden, dan nog ben ik erg trots op wat we hebben bereikt. Zonder Marion van der Mast (van het bedrijf Silkbloom, red.) was ik überhaupt niet zover gekomen. Zij heeft ruim veertig jaar ervaring in het samenstellen van zijden bloemen en is verantwoordelijk voor de styling.’
‘Ik denk dat de belangstelling voor kunstbloemen groter wordt doordat het oubollige imago verandert. Mensen zien de impact van de sierteelt op het klimaat. Denk aan pesticiden, de CO2-uitstoot door ingevlogen bloemen en al die kassen die worden verwarmd met gas. Hoewel ik mijn klanten probeer te laten inzien dat de sierteelt vervuilend is, beschouw ik me nog niet echt als concurrent van die sector. We zijn nog heel klein, dus onze impact ook.
Mijn doel is om zeker tienduizend klanten te hebben en echt een verschil te maken. Als dat moment is aangebroken, zou ik mijn bedrijf graag willen verkopen aan een partij die het internationaal kan uitrollen. Ik wil er dan wel blijven werken, om de impact nog verder te kunnen vergroten.’
‘Ik hoop dat ik met Reflower het goede voorbeeld kan geven en dat investeerders en consumenten hun geld de komende jaren steken in bedrijven die de wereld een beetje beter maken. We moeten namelijk met elkaar een modus vinden om een leefbare wereld achter te laten voor de volgende generatie. Als wij het niet doen, wie dan wel?’
Lees het volledige artikel: https://fd.nl/samenleving/1515368/bloemrijk-bestaan